Zwartboek Overheid

Wantoestanden binnen de Nederlandse overheid

Sinds afgelopen zondag hangen er affiches in de Eindhovense binnenstad met ondere andere in grote letters het woord: “Ontvoerd!” en een foto van twee uit Eindhoven ontvoerde kinderen.

De posters blijken afkomstig te zijn van een 45-jarige inwoner van Eindhoven wiens kinderen door hun moeder vorige week naar het buitenland zijn ontvoerd. De man is zijn posteractie gestart omdat de Eindhovense politie weigert de zaak serieus te nemen en zelfs geweigerd heeft om aangifte op te nemen. Ook Bureau Jeugdzorg Eindhoven, waar de beide kinderen sinds een jaar onder toezicht staan, weigert actie te ondernemen.

Volgens de man was Bureau Jeugdzorg vooraf gewaarschuwd voor de ontvoering en is ook bij de politie melding gemaakt van dreigende ontvoering maar wordt hij overal afgescheept met “ze zullen wel op vakantie zijn”.

De man heeft op de posters tevens het webadres geplaatst van een website met meer informatie. Begrijpelijk, want zo heel veel info krijg je natuurlijk niet kwijt op één A4-formaat poster. Dagelijks worden er door onbekenden posters verwijderd, waarop de vader in kwestie weer nieuwe ophangt. Hij heeft aangegeven door te zullen gaan tot zijn kinderen terug zijn.

Artikel in Eindhovens Dagblad

20120704 Artikel Eindhovens Dagblad

Eindhovens Dagblad, 4 juli 2012

Vandaag moest door de Rechtbank een beslissing genomen worden over verlenging van de OTS (dat was binnen tien minuten geregeld). Enkele minuten voor de zitting kreeg de man een kopie onder ogen van een artikel in het Eindhovens Dagblad over zijn posteractie. Uit het artikel blijkt dat men op de stadsredactie van het Eindhovens Dagblad kennelijk nooit gehoord heeft van het goed-journalistieke principe van de hoor en wederhoor.

De stadsredactie had geïnformeerd bij de politie, welke beweerde dat de zaak onderzocht was en daarbij niet gebleken zou zijn dat er sprake zou zijn van een misdrijf. Op grond van artikel 279 Sr (onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag) is dat echter wel het geval. Wat de politiewoordvoerster verzwegen heeft is dat er in het geheel geen onderzoek is gedaan, de man bij zijn melding van dreigende internationale kinderontvoering niet serieus genomen werd, en de politie daags erna zelfs weigerde om aangifte van ontvoering op te nemen.

De vader in kwestie heeft verklaard dat het al eerder gebeurd is dat het Eindhovens Dagblad geen belangstelling had voor bijzonder kritische verhalen over de overheid. Volgens hem is het Eindhovens Dagblad meer een spreekbuis voor de gemeente Eindhoven en de politie; gezien de verkwanseling door het Eindhovens Dagblad van het degelijke journalistieke principe van hoor en wederhoor lijkt het vermoeden van de man gerechtvaardigd.

Het is zeer kwalijk dat het Eindhovens Dagblad het verhaal van de politie klakkeloos overneemt zonder het (inmiddels zeer uitgebreide en uitermate schrijnende verhaal) van de vader in kwestie te kennen — een verhaal waarin de Eindhovense politie ook veelvuldig voorkomt door gedrag waar men bij de politie bepaald niet trots op hoeft te zijn. Door plaatsing van het gewraakte artikel wordt de man feitelijk afgeschilderd als een soort Don Quichotte in plaats van als een man die al jaren vecht voor zijn kinderen en daarbij continu door alle instanties wordt tegengewerkt.

De stadsredactie van het Eindhovens Dagblad heeft bepaald geen reden om trots te zijn op zichzelf. Maar wellicht dat er op de burelen van het Eindhovens Dagblad nog ergens een journalist te vinden is die zijn of haar werk wel naar behoren verricht en ook eens de andere kant van het verhaal in de krant zet.

 

Ontvoerd: Tom en Max van Baardwijk

Enige tijd geleden diende een cliënt van Bureau Jeugdzorg Eindhoven een klacht in tegen onder andere de leidinggevende van de toegewezen gezinsvoogd, met name omdat genoemde leidinggevende zijn machtspositie misbruikt zou hebben. De klachtencommissie stelde de klager in het gelijk, waarna het aan Bureau Jeugdzorg was om daar op te reageren.

Klager heeft vandaag de reactie ontvangen, naar eigen zeggen kwam de reactie overeen met wat hij verwacht had. Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, in de persoon van algemeen directeur mevrouw H.F. van Breugel, verschuilt zich achter vage en algemene omschrijvingen, Bureau Jeugdzorg wast haar handen zoals gebruikelijk in onschuld, en hoewel aangetoond is dat de manager in kwestie zijn machtspositie misbruikt heeft worden er geen stappen tegen hem ondernomen. Met andere woorden: hem wordt de hand boven het hoofd gehouden, waarmee overduidelijk is dat de klacht van de cliënt effectief in de doofpot is verdwenen.

Het enige positieve aan de reactie van Bureau Jeugdzorg is dat de door klager ingediende schadeclaim (ten bedrage van maar liefst drie miljoen Euro) is doorgestuurd naar de verzekeringsmaatschappij.

Enkele maanden geleden diende een inwoner van Eindhoven een klacht in tegen een gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg Eindhoven en diens manager. Klager verweet beide medewerkers onder andere dat ze zijn kinderen misbruikten als wapen tegen hem om hem de wil van Bureau Jeugdzorg op te leggen. Daarbij ging het er onder andere om dat de gezinsvoogd eenzijdig bepaald had dat er (op termijn) begeleide omgang bij klager thuis plaats zou vinden. Klager beschouwde dat als een onacceptabele inbreuk op zijn privacy.

De Klachtencommissie stelde de klager in het gelijk, de gezinsvoogd werd korte tijd later vervangen door maar liefst twee andere gezinsvoogden, maar de eenzijdige ‘afspraak’ over begeleide omgang bij klager thuis bleef intact. Rond dezelfde tijd werd klager door Bureau Jeugdzorg voor de rechter gedaagd omdat hij het dossier op Internet had gepubliceerd en daarmee volgens Bureau Jeugdzorg inbreuk had gemaakt op de privacy van de betrokken medewerkers.

Vanmiddag had klager weer een gesprek met de gezinsvoogd, welke hem figuurlijk het mes op de keel zette en hem twee opties gaf: akkoord gaan met begeleide omgang bij klager thuis (en daarmee Bureau Jeugdzorg dus toestaan om inbreuk te maken op zijn privacy) of helemaal geen omgang.

Volgens de gezinsvoogd zou diens aanwezigheid uitsluitend bedoeld zijn om “de kinderen te begeleiden in een voor hen nieuwe omgeving”, en niet om de woonsituatie van klager te beoordelen. Echter, iedereen die zich enigszins verdiept heeft in de kritiek op Bureau Jeugdzorg kent de horrorverhalen over omgangsregelingen die acuut geschrapt werden nadat een gezinsvoogd, op grond van wat stof bovenop een kast of een niet afgewassen koffiekopje op het aanrecht, oordeelde dat het onverantwoord was om een kind in zo’n omgeving te laten verblijven.

Klager is vanmiddag uiteindelijk bezweken onder deze bedreiging en onder protest akkoord gegaan met deze flagrante schending van zijn grondwetttelijke recht op privacy; hij heeft echter wel aangegeven dat dit consequenties zal hebben.

Waar denkt Bureau Jeugdzorg Eindhoven mee bezig te zijn? Enerzijds beschouwt men bij Bureau Jeugdzorg de privacy van medewerkers als heilig, anderzijds lijkt men van mening te zijn dat ouders die tot Bureau Jeugdzorg veroordeeld zijn geen recht op privacy meer hebben. Zelfs na door de Klachtencommissie teruggefloten te zijn blijft men bij Bureau Jeugdzorg vasthouden aan dit ongrondwettelijke gedrag. Hoeveel klachtenprocedures en rechtszaken gaan er nog nodig zijn voordat Bureau Jeugdzorg zich aan de wet gaat houden?

Thuisgekomen vond de man ook nog een brief van Bureau Jeugdzorg in de brievenbus over een gerelateerd onderwerp. Per 1 juni had hij het voltallige personeel van BJZ een lokaalverbod voor zijn woning opgelegd, waarop vestigingsdirecteur mevrouw M.A. van Heel reageerde zoals bij BJZ gebruikelijk: met dreigementen.

Volgens mevrouw Van Heel betekent het vasthouden aan het lokaalverbod het Plan van Aanpak niet uitgevoerd zou kunnen worden en er ook geen sprake zou kunnen zijn van begeleide omgang. Tussen de regels door is het dreigement dus wel te lezen: als u medewerkers van Bureau Jeugdzorg niet toelaat in uw woning komt er geen omgangsregeling.

 


Artikel 10, Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden:

1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.

2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.

3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.

Bureau Jeugdzorg Eindhoven heeft bij de Rechtbank ‘s-Hertogenbosch een tweetal verzoeken ingediend ter verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen. Hoewel beide verzoeken gedateerd zijn op 30 mei 2012 heeft de vader van de kinderen pas vandaag, dus drie weken na indiening, afschriften hiervan ontvangen.

Bureau Jeugdzorg blijkt zich er erg gemakkelijk vanaf gemaakt te hebben: de tekst van de motivatie in beide verzoeken tot verlenging blijkt grotendeels identiek te zijn aan de tekst waarmee BJZ recentelijk twee verzoeken motiveerde om diezelfde ondertoezichtstellingen te beëindigen! Opmerkelijk is dat in de motivatie wordt verwezen naar een “bijlage 1” welke echter schittert door afwezigheid.

In de motivatie van beide verzoeken wordt de vader, een 45-jarige Eindhovenaar, uiterst negatief geportretteerd. Zo wordt de volledige schuld voor het niet tot stand komen van de omgangsregeling bij hem gelegd, dit ondanks het feit dat uit het dossier onomstotelijk blijkt dat het juist de moeder (tevens ex-echtgenote van de man) is die stelselmatig alle medewerking weigerde en nog immer weigert. (Het dossier is in bezit van de redactie.)

Voorts wordt in de motivatie gesteld dat er bij de vader sprake is van een “forse gedragstoornis”. Een dergelijke uitspraak is een psychiatrische diagnose en zou dus onderbouwd moeten zijn met een gedegen rapportage, opgesteld na al even gedegen onderzoek. Een dergelijk rapport ontbreekt echter, de vader heeft verklaard dat een dergelijk onderzoek nimmer heeft plaatsgevonden. Ook de GGzE, welke de man begeleidt, heeft aangegeven bij hem nimmer een dergelijke diagnose gesteld te hebben. De betrokken gezinsvoogden en hun manager zijn noch psycholoog noch psychiater en derhalve niet bevoegd een dergelijke diagnose te stellen. De bron van deze (pseudo)diagnose blijft dus een raadsel.

Recentelijk heeft Bureau Jeugdzorg Eindhoven al de wind van voren gekregen van de Klachtencommissie Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vanwege forse blunders in dit dossier. De ongefundeerde opmerkingen over de vader waren voor hem reden om aangifte te doen tegen zowel de betrokken manager als de toenmalige gezinsvoogd. De man heeft aangegeven opnieuw een klacht in te gaan dienen tegen de manager en aanvullende aangifte te gaan doen.

Op 1 juni ontving Bureau Jeugdzorg een brief van een ouder naar aanleiding van de uitspraak van de Klachtencommissie. Klager ontving vandaag opnieuw een reactie van mevrouw M.A. van Heel, vestigingsdirecteur Eindhoven/Helmond. Die had twee opmerkingen: haar beslissing naar aanleiding van de uitspraak zal klager uiterlijk 9 juli 2012 te horen krijgen, en ze zal niet ingaan op zijn eisen.

Die nog te nemen beslissing laat zich raden: zoals gebruikelijk bij klachten waarbij Bureau Jeugdzorg in het ongelijk wordt gesteld gaat er weer helemaal niks mee gedaan worden. Niks positiefs althans, de ervaring leert dat de klager daarna via zijn of haar kinderen hard teruggepakt wordt door BJZ als straf voor het indienen van een klacht.

Dat mevrouw Van Heel niet in zal gaan op de gestelde eisen (onder andere ontslag voor betrokken medewerkers plus een schadevergoeding van maar liefst 3 miljoen Euro) verbaast ook niets, dat zou namelijk wel eens uitgelegd kunnen worden als een schuldbekentenis. En dat kan natuurlijk niet, het heilige en perfecte Bureau Jeugdzorg dat wanpraktijken binnen de organisatie toegeeft en de betrokken medewerkers daarvoor straft, laat staan dat ze het slachtoffer dan ook nog eens een schadevergoeding gaan betalen.

Volg ons

Gratis abonnement via RSS Gratis abonnement via e-mail Volg Zwartboek Overheid op Facebook Volg Zwartboek Overheid op Twitter