Bij Bureau Jeugdzorg Eindhoven lijkt men nu helemaal doorgeslagen te zijn. Eerder al probeerden ze me het zwijgen op te leggen middels een kort geding. In het vonnis was bepaald dat ik alle content achter de domeinnaam zwartboekoverheid.nl en het Twitteraccount @JvanBaardwijk moest verwijderen en verwijderd moest houden, op straffe van een dwangsom van maar liefst € 1.000 per dag of dagdeel met een maximum van € 20.000. Daarnaast mocht ik mij niet “op onnodig grievende wijze” uitlaten over BJZ op straffe van een dwangsom van € 1.000 per keer met een maximum van € 10.000.
Dat Twitteraccount blijkt echter geschorst te zijn, ik vraag me dan ook af hoe ik met een geschorst account een vonnis zou hebben kunnen overtreden. Verder heb ik mij weliswaar (terecht) kritisch maar niet “op onnodig grievende wijze” uitgelaten over Bureau Jeugdzorg en het volk dat door BJZ maandelijks een zeer riant salaris plus bonus verstrekt krijgt.
Bureau Jeugdzorg en de Grondwet
Rechtschapen als ik ben heb ik me aan dat vonnis gehouden en alle op dat moment nog aanwezige content verwijderd. De Rechtbank heeft echter niet bepaald dat ik helemaal niet meer mocht publiceren, dat zou ook niet kunnen daar dit in strijd zou zijn met artikel 7 van de Grondwet (populair gezegd het artikel betreffende het recht op de vrijheid van meningsuiting, zie onderaan elke pagina van deze website).
Het zal best dat Bureau Jeugdzorg vindt dat alle kritiek op BJZ verboden zou moeten worden, ik realiseer me dat BJZ het liefst zou zien dat artikel 7 van de Grondwet vandaag nog afgeschaft zou worden, maar zolang dat wetsartikel nog bestaat heb ik als Internetjournalist en burger het grondwettelijke recht mij zeer kritisch uit te laten over spectaculair falende, door de belastingbetaler gefinancierde instanties.
Dwangsom
Nu, twee maanden na het vonnis, heeft Bureau Jeugdzorg opeens verzonnen dat ik mij niet aan het vonnis gehouden zou hebben en gleed vandaag een brief van Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso door de brievenbus waarin in ambtelijk Nederlands wordt medegedeeld dat ik € 30.000 aan dwangsommen moet betalen plus nog eens € 1.756,52 aan kosten!
Die dwangsom is niet verschuldigd daar ik het vonnis in het geheel niet overtreden heb, en omtrent die kosten heb ik Van Lith twee maanden geleden al geïnformeerd dat ik met flink wat schulden in de Bijstand zit en bij mij derhalve niks te halen valt. Dus hoe ze dan opeens bedacht hebben dat ik die € 30.000 wel op kan hoesten?
Wraakactie
Deze vordering heeft dus eigenlijk helemaal niets met het vonnis te maken maar is enkel de zoveelste ordinaire wraakactie van Bureau Jeugdzorg, onderdeel van een campagne om deze kritische ouder volledig kapot te maken. Het wachten is nog op de dag dat ik door een BJZ-knokploeg in elkaar geslagen word — het zou niet de eerste keer zijn dat BJZ fysiek geweld tegen me gebruikt.
Opmerkelijk detail is dat ik vijf dagen geleden (2 augustus 2012) een brief kreeg van m’n advocaat: Bureau Jeugdzorg had telefonisch contact met hem opgenomen over deze website en wilde daarover in gesprek. Kennelijk zijn ze van gedachten veranderd…
Maar zoals altijd: als de juridische nood het hoogst is, is je advocaat met vakantie dus heb ik zelf maar alvast richting Van Lith gereageerd en de hele handel doorgestuurd naar m’n advocaat zodat die zich er volgende week over kan buigen.
Overpeinzing
De Rechtbank heeft bepaald dat ik alle online staande artikelen moest verwijderen; dat was overigens maar één artikel, de rest was al verwijderd en valt derhalve buiten het vonnis. Dat heb ik gedaan maar Bureau Jeugdzorg wil daar nu toch de niet-verschuldigde dwangsommen voor incasseren. Dan kan ik dus eigenlijk net zo goed die artikelen weer ongecensureerd terugplaatsen…
En over geld gesproken: Bureau Jeugdzorg wil € 30.000 van mij, maar waar blijft die € 3.000.000 schadevergoeding die ik van BJZ tegoed heb?
Vanmiddag kreeg ik van de GGzE te horen dat ze volgende week in het Veiligheidshuis in Eindhoven een afspraak hebben met Bureau Jeugdzorg Eindhoven om het over mij te hebben. Ik heb er geen uitnodiging voor ontvangen dus vrees ik dat het weer een poging van BJZ gaat worden om de GGzE voor hun karretje te spannen. Dat hebben ze al vaker geprobeerd, in de hoop dat de GGzE er dan voor zou zorgen dat ik me voortaan koest zou houden en geen kritiek meer zou leveren op de wantoestanden bij BJZ — daar is men immers absoluut niet gediend van kritiek. Helaas voor BJZ: bij de GGzE laat men zich niet voor het karretje van BJZ spannen.
Het zal Bureau Jeugdzorg ook beslist niet helpen dat ze beweren dat ik volgens de GGzE een “forse gedragsstoornis” zou hebben terwijl de GGzE die diagnose nimmer gesteld heeft en derhalve zo’n uitspraak ook niet gedaan heeft.
Het is zeer kwalijk dat het klaarblijkelijk niet de bedoeling is dat ik bij dat gesprek aanwezig ben. Gezien eerdere ervaringen gaat Bureau Jeugdzorg dan weer een hoop leugens, smaad en laster over mij verkondigen om mij zwart te maken, dit alles onder het beruchte BJZ-motto: “Wij doen niet aan waarheidsvinding”. Als ik niet aanwezig ben bij die bijeenkomst wordt er dus ook geen weerwoord gegeven op die bagger.
Dan zit er dus niks anders op dan uit te gaan zoeken wanneer die bijeenkomst precies is en mezelf uit te nodigen. En om te beginnen heb ik dus maar even een mailtje rondgestuurd naar een aantal betrokkenen.
Onderwerp: Uitnodiging gesprek Veiligheidshuis
Verzonden: wo 1-8-2012 13:46
Dames en heren,
Hedenmiddag heb ik van de GGzE vernomen dat Bureau Jeugdzorg Eindhoven volgende week een bijeenkomst in het Veiligheidshuis te Eindhoven heeft met onder andere de heer Van Summeren van de GGzE. In dat gesprek zal over mij gesproken worden. Ik vind het zowel verbazend als schandalig en onacceptabel dat er dus kennelijk weer eens wel over mij maar niet met mij gesproken wordt.
Daar het gesprek over mij gaat, en gezien de gewoonte van Bureau Jeugdzorg om de waarheid geweld aan te doen, dien ik bij dat gesprek aanwezig te zijn. Ik verwacht van u een uitnodiging voor dit gesprek, waarvoor tevens mr. MFJ Martens (mijn advocaat) en mw. R. Verhaegh (mijn woonbegeleidster bij het Leger des Heils) uitgenodigd dienen te worden. De uitnodiging dient uiterlijk aanstaande vrijdag 3 augustus ontvangen te zijn, waarbij u tevens dient aan te geven wie er (naast de ontvangers van dit bericht) verder nog uitgenodigd zijn.
Met vriendelijke groeten,
Jeroen van Baardwijk
Er is vandaag geen antwoord meer op gekomen…
Over het Veiligheidshuis Eindhoven
Het Veiligheidshuis Eindhoven (gevestigd aan de Nachtegaallaan 15) omschrijft haar missie als volgt:
Het Veiligheidshuis Eindhoven is een voortdurende uitdaging aan burgers en organisaties om samen te werken aan het verhogen van de veiligheid en leefbaarheid in Eindhoven en de regio, vanuit een gedeelde visie en met concreet, zichtbare en voelbare resultaten.”
Opvallend is dan wel dat die burgers vervolgens nergens bij betrokken worden. Het lijkt er dan ook op dat het niet gaat om de veiligheid van burgers en samenleving maar om de veiligheid van de medewerkers van de betrokken instanties.
Die “voelbare resultaten” zijn er echter wel: m’n armen en polsen zijn nooit meer helemaal hersteld van het vele excessieve politiegeweld. De gekneusde ribben (cadeautje van de Eindhovense politie) gelukkig wel.
In de zaak van de 45-jarige Eindhovenaar waarover op deze site al vaker geschreven is valt weer een nieuwe ontwikkeling te melden. De betrokken gezinsvoogden van Bureau Jeugdzorg Eindhoven hadden eerder al tegenover de man verklaard dat BJZ de komende maanden helemaal niets meer zou gaan doen om een omgangsregeling met zijn kinderen tot stand te brengen, ondanks het feit dat BJZ daartoe wel een jaar geleden al opdracht van de Rechtbank heeft gekregen.
Vandaag ontving de man hetzelfde verhaal nog eens maar nu schriftelijk. De inhoud laat aan duidelijkheid weinig te wensen over: Bureau Jeugdzorg verklaart hier zwart op wit de opdracht van de Rechtbank de komende maanden naast zich neer te leggen, waarmee BJZ een totaal gebrek aan respect voor de Rechtbank, de man en zijn kinderen demonstreert.
Het enige onduidelijke aan de brief is de verwijzing naar “dreigementen”; de vader is zich namelijk van geen dreigementen bewust en gaat er dan ook vanuit dat het hier gaat om het zoveelste verzinsel van Bureau Jeugdzorg.
Vanochtend vond een gesprek plaats tussen een 45-jarige cliënt van Bureau Jeugdzorg Eindhoven en de aan zijn kinderen toegewezen gezinsvoogden. De man had het gesprek anderhalve week eerder al ingepland, Bureau Jeugdzorg weigerde vervolgens, maar dankzij de vasthoudendheid van de man is het gesprek toch doorgegaan.
Het gesprek op zich bleek tamelijk zinloos te zijn — geen ongebruikelijk verschijnsel bij gesprekken met Bureau Jeugdzorg. Volgens de man misbruikt zijn ex-partner zijn kinderen als wapen tegen hem en wordt zij tot op de dag van vandaag door Bureau Jeugdzorg in bescherming genomen. Eerder leidde dat al tot een klacht tegen zowel de toenmalige gezinsvoogd als diens leidinggevende, alsmede aangifte tegen beiden. De klachten zijn door de Klachtencommissie gegrond verklaard, het strafrechtelijk onderzoek naar aanleiding van de aangiften loopt nog. Naar het zich laat aanzien staat de geschiedenis nu op het punt zich te gaan herhalen.
De ex-partner en de kinderen van de man zijn al sinds 28 juni 2012 spoorloos, alle tekenen wijzen er op dat de vrouw naar het buitenland is gevlucht met de kinderen, maar desondanks blijft Bureau Jeugdzorg volhouden dat ze met vakantie zijn. Volgens een van de gezinsvoogden zou de vrouw aangegeven hebben dat ze donderdag 19 juli 2012 terug zouden keren. Opmerkelijk, want jongstleden vrijdag liet de advocaat van de vrouw nog aan de advocate van de man weten dat ze of het inmiddels afgelopen weekend terug zou keren of het komende weekend. Wie een vakantie boekt weet echter voor vertrek de terugkeerdatum al; het is dus op z’n zachtst gezegd merkwaardig dat de vrouw inmiddels al drie verschillende data van terugkeer heeft opgegeven.
Een van de gezinsvoogden liet zich ontvallen dat hij wist waar de vrouw en kinderen waren en probeerde zich vervolgens te herstellen door te zeggen dat hij niet precies wist waar ze naar toe waren. Later gaf hij aan niet te weten waar de vrouw en de kinderen op vakantie waren maar het toch niet zou vertellen al zou hij het wel weten. Tegenstrijdigheid ten top!
Kennelijk weten beide gezinsvoogden dus wel degelijk waar de verdwenen kinderen van de man zijn. Daar men weigert die informatie aan de vader te verstrekken, en vastgesteld is dat er juridisch sprake is van internationale kinderontvoering, zijn beide gezinsvoogden dus medeplichtig aan aan de door de moeder gepleegde misdrijven.
De geschiedenis lijkt zich te gaan herhalen: de man heeft beide gezinsvoogden inmiddels per e-mail gesommeerd om vóór hedenmiddag 17:00 uur het verblijfadres van zijn kinderen aan hem door te geven, anders zal hij aangifte tegen hen doen wegens medeplichtigheid aan “twee gevallen van onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag (artikel 279 Sr)” en medeplichtigheid aan internationale kinderontvoering. Tevens zal hij dan een klacht indienen bij de Klachtencommissie.
Een van de gezinsvoogden had nog een mededeling: hij gaat de komende weken “rustig achteroverleunen”. De Raad voor de Kinderbescherming gaat eerst opnieuw onderzoek doen, op 11 september 2012 volgt dan een pro-formazitting om een nieuwe zittingsdatum vast te stellen waarop de zaak inhoudelijk behandeld wordt bij de Rechtbank. Tot die zitting geweest is gaat Bureau Jeugdzorg niets meer ondernemen om een omgangsregeling tot stand te brengen.
Dat zulks niet in het belang van de kinderen is moge duidelijk zijn. Helaas is dat niet eens meer nieuws; het zou pas nieuws zijn als Bureau Jeugdzorg eens een keer wèl in het belang van de kinderen zou gaan handelen.
Het heeft een tijd geduurd, maar vandaag ontving een 45-jarige cliënt van Bureau Jeugdzorg Eindhoven eindelijk de reactie van BJZ op de uitspraak van de Klachtencommissie naar aanleiding van een klacht welke hij tegen een gezinsvoogd van BJZ had ingediend.
Vestigingsdirecteur mevrouw M.A. van Heel is het deels wel maar deels niet met de Klachtencommissie eens. Samengevat komt het er op neer dat ze van mening is dat er niet echt veel fout gegaan is en dat de schuld voor wat er wel fout gegaan is voornamelijk bij de vader ligt, ondanks dat het uit dossier iets heel anders blijkt. Met name de reactie van mevrouw Van Heel op de klachten 3a, 3b, 4 en 5 spreken wat dat betreft boekdelen.
Verder veel mooie woorden over “nieuwe start” en “op een constructieve manier [..] gaan werken aan het tot stand komen van een omgangsregeling”, de vader in kwestie meldt echter dat deze mooie woorden tot op heden niet zijn omgezet in positieve actie. Hij vreest met grote vreze dat Bureau Jeugdzorg hem op enigerlei wijze zal gaan straffen voor het feit dat hij een klacht heeft ingediend. Gezien de verhalen die op Internet de ronde doen over dergelijke praktijken zou die vrees wel eens gegrond kunnen zijn.