Wantoestanden binnen de Nederlandse overheid

Op 6 juni 2012 diende bij de Rechtbank te ‘s-Hertogenbosch een procedure ter verkrijging van vervangende toestemming voor het aanvragen van paspoorten voor twee minderjarige kinderen. Het kort geding was aangespannen door de moeder tegen de vader (voormalige echtelieden) omdat deze laatste weigerde de aanvraagformulieren te ondertekenen.

1202 Kinderrechter Bossink 150pxHet verzoekschrift bestond uit maar liefst 32 pagina’s inclusief niet minder dan elf producties. Opmerkelijk was dat van drie producties uitsluitend het voorblad opgenomen was met daar-op de handgeschreven opmerking: “Wordt nagezonden”.

Geen recht op verweer

Door financiële nood gedwongen had de man besloten zelf zijn verweer te voeren. Vanwege zijn autisme bestond het verweer uit een geschreven verklaring van drie pagina’s welke hij ter zitting wilde voorlezen, aangevuld met enkele bijlagen. Het document wilde hij daarna aan de Rechtbank over-handigen.

Al direct na het voorlezen van de eerste alinea werd gedaagde in zijn verweer door de kinderrechter, mevrouw mr. A.M. Bossink, afgekapt en kreeg niet de gelegenheid het voorlezen van zijn verweer te hervatten. Daarop bood hij het afgedrukte verweer aan de Rechtbank aan, hetgeen door mr. Bossink in eerste instantie geaccepteerd werd. Na een vluchtige blik op het document werd het doorgeschoven naar mr. Muurmans, de advocaat van eiseres, welke na een al even vluchtige blik bezwaar aantekende omdat hier sprake zou van “onrechtmatige proceshandelingen”.

Mr. Muurmans retourneerde het document aan mr. Bossink welke het op haar beurt retourneerde aan gedaagde, waarmee de indruk gewekt werd dat een advocaat tegen-woordig mag bepalen welke stukken de Rechtbank wel en niet mag accepteren.

Behoudens enkele korte opmerkingen kreeg gedaagde verder niet de gelegenheid zijn verdediging te voeren.

Merkwaardige situatie

In een dergelijke procedure geldt de verplichte procesvertegenwoordiging wel voor de eisende maar niet voor de gedaagde partij. In onderhavige procedure ontstond dus de merkwaardige situatie dat gedaagde niet verplicht was zich door een advocaat te laten bijstaan maar tegelijkertijd ook niet naar behoren zijn eigen verweer kon voeren (dus feitelijk wel een advocaat had moeten inschakelen).

Tevens ontstond de al even merkwaardige situatie dat de Rechtbank het indienen van stukken aanvankelijk wel accepteerde (gedaagde mocht immers zijn verweer aan de Rechtbank overhandigen) maar het vervolgens toch niet toestond.

Wel hoor, geen wederhoor

Nadat beide partijen aan de beurt waren geweest kreeg eiseres opnieuw het woord. De regels van het procesrecht schrijven voor dat in een dergelijk geval de gedaagde partij ook nog een keer mag reageren (het principe van hoor en wederhoor). Dat gebeurde niet, mr. Bossink ging direct over tot het wijzen van vonnis zonder gedaagde de kans te geven te reageren.

Uitspraak al vooraf bepaald

Mr. Bossink wees mondeling vonnis door het voorlezen van een reeds gereed liggende schriftelijke verklaring waarmee zij eiseres vervangende toestemming verleende voor het aanvragen van paspoorten voor beide kinderen. Deze handelswijze wekt de indruk dat, zoals al vaker geconstateerd bij de Rechtbank ‘s-Hertogenbosch, de uitspraak voor de zitting al vast stond.

Wraking

Kort na de zitting verklaarde gedaagde dat hij mr. Bossink had willen wraken maar zij hem net te snel af was door aan de mondelinge uitspraak te beginnen. Daarvoor in de plaats kan mr. Bossink nu een klacht tegemoet zien.

5 reacties op #1202 Kinderrechter A.M. Bossink

Laat een antwoord achter aan Nora Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Volg ons
Gratis abonnement via RSS Gratis abonnement via e-mail Volg Zwartboek Overheid op Facebook Volg Zwartboek Overheid op Twitter
Donaties
Het strijden tegen instanties is een kostbare zaak. Uw donatie maakt het mogelijk deze strijd voort te zetten!
Ziet u hierboven geen knop "Doneren"? Klik dan hier.